Net het Boekenweekgeschenk gelezen, “Broer” van ene Esther
Gerritsen. Gelezen is eigenlijk een te groot woord. Ik heb het begin gelezen,
de eerste 20 bladzijdes. Daar kwam ik met moeite doorheen. Vervolgens heb ik de
rest globaal gelezen. De meeste daarop volgende bladzijdes las ik op een manier
zoals een vogel over de daken vliegt. Hij ziet de daken en neemt in vogelvlucht
waar wat er gebeurt. Ik sloeg zo nu en dan een bladzijde over, omdat hetgeen
wat ik zag zo saai was dat ik het niet langer kon verdragen deze rommel te
moeten lezen, al was het maar een zin.
Zelden heb ik een zo slecht boekenweekgeschenkje gelezen. Wat een waardeloos niemendalletje is dit! Als
ik boekhandelaar zou zijn, zou ik me schamen dit boekje cadeau te moeten geven
aan mijn klanten. Het deed me denken aan de films van Woody Allen die ook
nergens over gaan. Het verschil is wel dat Woody Allen erin slaagde de high
societykringen waarin hij verkeerde te ironiseren. Dat lukte deze Esther niet.
Ik heb nergens ironie geproefd. Daarvoor was het te serieus geschreven. Nu ik
erover begin na te denken, denk ik dat ze het misschien wel ironisch zou kunnen
hebben bedoeld. Een vrouw die broer heeft waar ze nooit naar om kijkt en omdat
haar broer zijn been verliest, nu de volle aandacht krijgt en zelfs de aandacht
van de familie waar zij voor werkt als financieel directeur. Ik heb deze ironie
niet gevonden en het is mij volkomen onduidelijk wat de boodschap is van dit
verhaal. Volgens Tzum, een literair weblog, zou Esther een uitstekend boek
hebben geschreven. De auteur van dit artikel heeft mij echter niet kunnen
overtuigen. Het enige argument dat hij hanteert is dat Esther excelleert in het
schrijven van natuurlijke dialogen. Deze zouden dan ontsporen en dat is dan het probleem waar het verhaaltje over
gaat. Ook in andere recensies komt dat argument aan de orde: de dialogen. Het
thema zou zijn de familieverhoudingen die op scherp komen te staan door een
ongeluk.
Misschien ben ik een buitenbeentje om even in de
terminologie van Esther te blijven, maar ik blijf bij mijn standpunt dat dit
een flutverhaal is dat niets om het lijf heeft. Het zet me niet aan het denken,
het heeft geen filosofische diepgang. Datgene wat Esther overkomt, kan iedereen
overkomen. Ik geef toe dat de dialogen vrij natuurlijk overkomen, maar het
verhaal is een prul.