maandag 22 februari 2016

De kinderboekenschrijver



Wat moeten we aan met de wereld? Waar sta ik in deze wereld? Vandaag las ik de kop van een artikel in de Volkskrant “Het kapitaal is nu helemaal de baas”. Ik kon het artikel niet openen, omdat het kapitaal de baas is en ik niet wens te betalen voor het lezen van dit artikel. Ik kon echter wel lezen wie de schrijver is: Jan Terlouw, ooit de leider van D’66. Dat was dan in de tijd dat D’66 nog te situeren was op zo’n 2 cm aan de linkerkant van het midden. Vooruit, misschien was het 5 centimeter. In ieder geval is er een hemelsbreed verschil in politieke kleur tussen toen en nu. Nu zou ik de partij zetten op zo’n 30 cm vanaf het midden, maar dan wel aan de rechterkant. De partij volgt een neoliberale politiek waarin het verschil met de VVD vrijwel gereduceerd is tot nul. Op dezelfde digitale pagina van de Volkskrant las ik ook nog de kop “Rijke mensen zijn bijna van nature niet solidair”, eveneens van de hand van Jan Terlouw.
Jan Terlouw is kinderboekenschrijver en dat doet en deed hij vrij goed. Een goede kinderboekenschrijver is eigenlijk van nature iemand die links van het midden staat. Hij schrijft boeken voor kinderen. Kinderen vertegenwoordigen de onschuld. Kinderen zijn nog niet verantwoordelijk voor de ellende in de wereld. Iemand die opkomt voor kinderen, moet haast wel een goed iemand zijn. Kinderen zijn de toekomst, hebben de toekomst in handen, vormen de toekomst. Als je van kinderen houdt, kun je niet anders dan voor een goed milieu zijn en tegen oorlog en dat is per definitie links. Mensen met rechtse ideeën interesseren zich niet voor de toekomst en daarmee ook niet voor kinderen. Zij willen slechts een ding: het voor zichzelf zo goed mogelijk maken en voor hun nageslacht. Dat nageslacht bestaat uit kinderen, maar het idee is dan dat men zo’n groot geloof heeft in de macht van het geld dat je daardoor zelfs een goed milieu kunt afkopen voor je kinderen en ook hun kinderen zullen er volgens hen in slagen met datzelfde geld een goede omgeving voor zichzelf te creëren. Dat noem ik egoïsme. Dat noem ik egocentrisme, fascionisme.
Dat begrip dat ik zojuist bedacht herbergt drie begrippen: fascisme, nationalisme en fascinatie. Dat laatste gecombineerd met die andere twee duidt op een ziekelijk fanatisme dat maar een doel nastreeft: het opkomen voor jezelf en je familie ten koste van alle andere mensen.
De rijken der aarde lijden vrijwel allemaal aan dit ziekelijk fanatisme, aan dat fascionisme. Zij zijn ziek. Het is de hoogst tijd dat wij in opstand komen en trachten dit soort mensen op te sluiten. Sluit hen op in psychiatrische klinieken, in kamertjes waarvan de muren zijn behangen met geplastificeerde dollarbiljetten.
 Ik sta in deze wereld. Ik sta in deze wereld als iemand die de integriteit najaagt als een schim in Utopia. Als een droom, een fata morgana  in een sprookje van Grim. Ik ben geen kinderboekenschrijver, maar iemand die het kind in zichzelf herkent en accepteert, iemand die niet is als de anderen.

Europa, een valse belofte

  Dordrecht, 04 februari 2024 In de jaren dertig van de twintigste eeuw hield Stefan Zweig drie lezingen. De eerste vond plaats in 1932 ...