De Panamapapers, een woord waarin zowel alliteratie als
assonantie voorkomt, een schitterende vondst. Het woord zou afkomstig kunnen
zijn uit een roman Graham Greene die interessante spionageromans schreef en ook
enige tijd in Panama vertoefde. Ware het niet dat in die tijd een paradijs
niets met geld te maken had, maar alles met zon, strand en wuivende palmbomen.
Daarbij hebben we ook een mooie meid op het netvlies. Kokos verpakt in
chocolade met dit verschil dat de belastingdienst alleen nog een wikkel
overhoudt. De kokos is verspreid, versproeid als het ware boven de stranden van
Panama.
Ach, het geld komt ons niet aanwaaien, moeten de rijken
hebben gedacht. Daarom is stelen noodzakelijk. We noemen het geen stelen, maar
sjoemelen. Het sjoemelen is een nieuwe fase ingegaan. We hadden
softwaresjoemel, we hadden belastingsjoemel, nu hebben we Panamees gesjoemel.
Tegelijkertijd hebben we belastingontduiking en belastingontwijking. Het
verschil is subtiel, maar overduidelijk. Het geld duikt onder of het geld wijkt
uit. Nu is het geld dan boven gekomen, dankzij de Panamapapers.
Deze Panamapapers doen onwillekeurig denken aan de
Pickwickpapers. Niet alleen Frits spits had deze associatie, iedereen die de
roman “De Pickwickclub” kent van Dickens, moet de gelijkenis hebben bemerkt. Ik
dus ook. In deze roman is “het zien van de werkelijkheid” het thema. Ook de
Panamapapers bieden zicht op de werkelijkheid, de werkelijkheid is dat het volk op
grote schaal wordt belazerd. In de roman van Dickens leert de scepticus Sam
Weller geleidelijk de idealiserende goedertierenheid van Pickwick kennen als
iets van grote waarde. De Panamapapers doen exact het omgekeerde. Wij zien de
waarde van de papers en de waardeloosheid van diegenen die zich hebben laten
strikken in het goudgele zand van de tropen.
De boer die opperhoofd is van de kakkerlakken en zijn
tegenstanders labbekakkers noemde, kiest voor een enkele reis
belastingparadijs. Wat mij betreft doen wij hem met zijn allen uitgeleide. We
pletten hem niet zoals we de kakkerlak zouden pletten wanneer deze in onze
keuken verschijnt, we laten hem gaan en vervloeken hem zodanig dat hij verzuipt
in de stranden van stront. Geld is immers niets anders dan stront, de slijk van
de kakkerlakken zoals deze Boer en vele anderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten