vrijdag 3 maart 2017

Natasha's waarheid



In de Moscow Times van 2 maart jl. las ik een paradoxale paradox. Een tegenstelling die schijn is, die niet echt is en die tegelijkertijd zichzelf uitvlakt. Het woord paradox betekent letterlijk “tegen mening”. In het bewuste artikel “Moscow says the NYT Reported Fake News About Russia’s War on Fake News” is te lezen dat de Russische regering nepnieuws maakt van echt nieuws dat in feite nepnieuws is. Kortom: al het nieuws is geen nieuws, want iets wat nep is, is niet echt en bestaat niet. Je zou ook kunnen zeggen dat er volgens Moskou diverse waarheden bestaan die in feite geen waarheden zijn.  

De metafoor uit de inleiding van het artikel maakt deze paradoxale werkelijkheid op een intrigerende manier aanschouwelijk. Dr. Strange valt in een caleidoscopisch gat dat uiteindelijk de pupil van zijn bloedeigen oog blijkt te zijn.

De Pravda, opgericht in 1917 door de Bolsjewieken, bestaat nog steeds. Ironisch genoeg betekent het woord pravda waarheid. De Pravda vertelde tot 1991 de waarheid van de Partij. Vanaf 1991, het moment waarop het wilde kapitalistische westen toesloeg onder leiding van Jeltsin die een zetbaas was van de Amerikanen, ontstond er een andere waarheid, een andere Pravda. Ook daaraan kwam een eind. Inmiddels leven we in een tijd waarin de waarheid wordt verdoezeld, verdraaid, verborgen en verdonkeremaand. Eindelijk zien we in praktijk gebracht wat Nietzsche ooit beweerde: de waarheid bestaat niet. Niets is wat het lijkt.

De strijd tegen de waarheid is begonnen. Natuurlijk is propaganda een middel dat honderd jaar geleden al is ingezet. Zowel communisten als kapitalisten gebruikten propaganda om hun doelen te bereiken. Het verschil tussen vroeger en nu is dat berichten zich sneller verspreiden, grotere doelgroepen bereiken en regeringen officieel met elkaar de strijd aangaan om uit te maken wat echt is of niet. Moskou voert nu campagne om het nepnieuws te ontmaskeren en vanzelfsprekend komt al het nepnieuws uit het westen.

In de winter van 1982 zat Natasha in groep 6. De juffrouw vertelde de klas dat Rusland goed zorgde voor al haar burgers en dat alle kinderen blij moesten zijn om in dit prachtige Rusland te wonen. Overal ging het goed. Natasha stak haar vinger op en deelde de juffrouw mee dat het bij haar thuis helemaal niet zo goed ging. Het was koud en er was niet altijd eten. Deze waarheid, de waarheid van Natasha, kwam niet verder aan het licht. De uitspraak van Natasha was slechts een rimpeling aan de oppervlakte van een rustig meer. Haar ouders kregen bezoek van de directrice van de school. Natasha’s waarheid verdween. Toch is de Russische staat er nooit in geslaagd Natasha tot rust te brengen. In Rusland bestaan altijd Natasha’s en zij dansen niet alleen hun eigen dans, maar ook hun Russische dans.

In mijn kinderjaren werd mij verteld dat het rode gevaar ieder moment kon toeslaan. Mijn vader had het overigens niet alleen over het rode gevaar, maar ook over het gele gevaar. Hij twijfelde: welk gevaar was groter? Hoewel de Sovjet Unie in de jaren zeventig wel degelijk een grootmacht van betekenis was, heeft het nooit gevaar opgeleverd. Nu is dat gevaar er nog minder. Rusland besteedt hooguit een tiende van datgene wat Amerika besteedt aan militaire uitgaven. Toch wordt ons door de strot geduwd dat Rusland gevaarlijk is. 
De westerse journalisten mogen dan grappen maken over het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken dat zich nu bezighoudt met een nieuw project, namelijk het aan de kaak stellen van nepnieuws, de grootste clown van deze tijd is Donald Trump die het bedriegen van mensen en het verdraaien van waarheden tot een tweede natuur heeft gemaakt.
De uit het noorden afkomstige trol eet niet langer mensen, is uit het sprookje ontsnapt en heeft zichzelf verkocht aan de hoogste bieder. De trol is diplomaat geworden, geschiedvervalser. Gelukkig zijn er nog steeds dichters die zingen en zullen Natasha’s altijd dansen. Een onbekende dichter uit Rusland, Igoriwanowitsch Kobzev, heeft ooit geschreven:
“Als een zin van mijn gedichten ooit zal worden gezongen door mijn vijanden, dient het volk al mijn gedichten te verbranden.”


zondag 5 februari 2017

De muur



Godsdienst en taal hebben altijd gezorgd voor grenzen. Als er al geen officiële grens was, dan was er altijd de niet zichtbare grens, de gevoelsmatige grens, de grens die liep tussen katholieken en protestanten, tussen moslims en orthodoxen, tussen sjiieten en soennieten, tussen orthodoxe joden en liberale joden, tussen Vlaanderen en Wallonië. In Trouw van 5 februari 2017 las ik dat de omstreden muur in de door Serviërs en Albanezen gedeelde Kosovaarse stad Mitrovica is afgebroken. De muur diende om de Kosovaarse moslims en de Servisch-orthodoxe bevolking te scheiden. Nu is hij afgebroken om de spanningen tussen Servië en Kosovo te verlichten. De vraag is of een muur, een concrete afscheiding helpt om mensen nader tot elkaar te brengen.
De muur is per definitie het symbool van de grens. De Berlijnse muur is afgebroken en Duitsland werd een. Die eenheid was mogelijk doordat er aan beide kanten van de muur Duits gesproken werd, doordat er aan beide kanten van de muur hetzelfde geloof werd beleden. In andere delen van de wereld worden juist weer muren gebouwd. Trump wil een muur tussen Mexico en de V.S., niet omdat hij bang is voor de katholieke Mexicanen of voor het idee dat het Spaans het Engels zal gaan overheersen, maar puur uit economische redenen. Orban van Hongarije heeft een muur gebouwd om vluchtelingen tegen te houden. Hij wil geen moslims binnen zijn grenzen. Deze muur is wel gebouwd om een ander geloof, een andere cultuur tegen te houden. De joden hebben de beroemdste muur: de Klaagmuur. Zij gebruiken de muur om te klagen, te klagen over het idee dat Jeruzalem nog steeds niet geheel van hun is. Ook daar is de muur het zinnebeeld van onderscheid. Alleen joden klagen en alleen orthodoxe joden. Ooit was ik in Brussel, op werkbezoek bij een school. Precies in het midden van het schoolplein stond een muur. Aan de ene kant sprak men Frans, aan de andere kant Vlaams.
Helpt de muur de ene cultuur te onderscheiden van de andere? Nee. Muren hebben geen zin. Mensen herkennen elkaar zonder muur, moslims praten met moslims. Ik las vandaag ook een artikel waarin een Nederlandse moslima, een Nederlandse vrouw en dochter van een dominee, die zich bekeerd heeft tot de islam, zich beklaagde over het toenemende gevoel van onveiligheid dat zij heeft als moslima. Zij zei dat Nederlanders geen moslims als vrienden hebben, maar vergat te vermelden dat moslims op hun beurt geen Nederlandse vrienden hebben. Het lijkt hetzelfde, maar is het niet. Moslims houden zich vast aan hun cultuur, net als Nederlanders, net als de meesten van ons. In Nederland trachten moslims zich nog meer te onderscheiden door het dragen van kleding die past bij hun geloof: de welbekende hoofddoek. In Marokko dragen meisjes amper een hoofddoek. In Iran probeert men juist zonder hoofddoek de straat op te gaan. Mensen hebben nu eenmaal de behoefte zich te onderscheiden, zich te manifesteren als het om hun identiteit gaat. Als mensen zich te veel manifesteren of als er teveel mensen komen die een bepaald geloof aanhangen dat anders is dan dat van de meerderheid, roept dat weerstand op. De oorspronkelijke bevolking voelt zich bedreigd en komt in opstand. Muren helpen niet. De muur is er al, we zien hem, maar kunnen hem niet aanraken. We kunnen hem alleen voelen. We kunnen klagen, maar de enigen die zo’n muur hebben, zijn de joden.
Door de muren die we niet zien, zien we dat mensen zich bekeren tot ideologieën die de anderen willen uitsluiten. We zien het patriottisme, het nationalisme opkomen als surrogaten van wat we eens nationaalsocialisme noemden. We willen wel sociaal zijn, maar dan toch het liefst voor onszelf, voor onze eigen mensen, niet voor de mensen met de hoofddoeken. Zij leven aan de andere kant van onze denkbeeldige muur. Wij willen ook liefdadig zijn en wij zijn het ook. Wij geven geld aan slachtoffers van rampen, of ze nu boeddhist, moslim of christen zijn. Dat doet er niet toe. We zijn niet racistisch, wij discrimineren niet. Wij hebben geen bezwaar tegen een zonderling die in een djellaba over straat gaat, maar het moeten er niet te veel worden. Dan stemmen we ze weg. We willen geen grenzen, geen muren. Grenzen hebben echter altijd bestaan. Dat zijn de grenzen tussen taal en cultuur. Zodra die grenzen worden overschreden, wordt de onzichtbare muur zichtbaar.


Dordrecht, 5 februari 2017

Europa, een valse belofte

  Dordrecht, 04 februari 2024 In de jaren dertig van de twintigste eeuw hield Stefan Zweig drie lezingen. De eerste vond plaats in 1932 ...