zondag 5 februari 2017

De muur



Godsdienst en taal hebben altijd gezorgd voor grenzen. Als er al geen officiële grens was, dan was er altijd de niet zichtbare grens, de gevoelsmatige grens, de grens die liep tussen katholieken en protestanten, tussen moslims en orthodoxen, tussen sjiieten en soennieten, tussen orthodoxe joden en liberale joden, tussen Vlaanderen en Wallonië. In Trouw van 5 februari 2017 las ik dat de omstreden muur in de door Serviërs en Albanezen gedeelde Kosovaarse stad Mitrovica is afgebroken. De muur diende om de Kosovaarse moslims en de Servisch-orthodoxe bevolking te scheiden. Nu is hij afgebroken om de spanningen tussen Servië en Kosovo te verlichten. De vraag is of een muur, een concrete afscheiding helpt om mensen nader tot elkaar te brengen.
De muur is per definitie het symbool van de grens. De Berlijnse muur is afgebroken en Duitsland werd een. Die eenheid was mogelijk doordat er aan beide kanten van de muur Duits gesproken werd, doordat er aan beide kanten van de muur hetzelfde geloof werd beleden. In andere delen van de wereld worden juist weer muren gebouwd. Trump wil een muur tussen Mexico en de V.S., niet omdat hij bang is voor de katholieke Mexicanen of voor het idee dat het Spaans het Engels zal gaan overheersen, maar puur uit economische redenen. Orban van Hongarije heeft een muur gebouwd om vluchtelingen tegen te houden. Hij wil geen moslims binnen zijn grenzen. Deze muur is wel gebouwd om een ander geloof, een andere cultuur tegen te houden. De joden hebben de beroemdste muur: de Klaagmuur. Zij gebruiken de muur om te klagen, te klagen over het idee dat Jeruzalem nog steeds niet geheel van hun is. Ook daar is de muur het zinnebeeld van onderscheid. Alleen joden klagen en alleen orthodoxe joden. Ooit was ik in Brussel, op werkbezoek bij een school. Precies in het midden van het schoolplein stond een muur. Aan de ene kant sprak men Frans, aan de andere kant Vlaams.
Helpt de muur de ene cultuur te onderscheiden van de andere? Nee. Muren hebben geen zin. Mensen herkennen elkaar zonder muur, moslims praten met moslims. Ik las vandaag ook een artikel waarin een Nederlandse moslima, een Nederlandse vrouw en dochter van een dominee, die zich bekeerd heeft tot de islam, zich beklaagde over het toenemende gevoel van onveiligheid dat zij heeft als moslima. Zij zei dat Nederlanders geen moslims als vrienden hebben, maar vergat te vermelden dat moslims op hun beurt geen Nederlandse vrienden hebben. Het lijkt hetzelfde, maar is het niet. Moslims houden zich vast aan hun cultuur, net als Nederlanders, net als de meesten van ons. In Nederland trachten moslims zich nog meer te onderscheiden door het dragen van kleding die past bij hun geloof: de welbekende hoofddoek. In Marokko dragen meisjes amper een hoofddoek. In Iran probeert men juist zonder hoofddoek de straat op te gaan. Mensen hebben nu eenmaal de behoefte zich te onderscheiden, zich te manifesteren als het om hun identiteit gaat. Als mensen zich te veel manifesteren of als er teveel mensen komen die een bepaald geloof aanhangen dat anders is dan dat van de meerderheid, roept dat weerstand op. De oorspronkelijke bevolking voelt zich bedreigd en komt in opstand. Muren helpen niet. De muur is er al, we zien hem, maar kunnen hem niet aanraken. We kunnen hem alleen voelen. We kunnen klagen, maar de enigen die zo’n muur hebben, zijn de joden.
Door de muren die we niet zien, zien we dat mensen zich bekeren tot ideologieën die de anderen willen uitsluiten. We zien het patriottisme, het nationalisme opkomen als surrogaten van wat we eens nationaalsocialisme noemden. We willen wel sociaal zijn, maar dan toch het liefst voor onszelf, voor onze eigen mensen, niet voor de mensen met de hoofddoeken. Zij leven aan de andere kant van onze denkbeeldige muur. Wij willen ook liefdadig zijn en wij zijn het ook. Wij geven geld aan slachtoffers van rampen, of ze nu boeddhist, moslim of christen zijn. Dat doet er niet toe. We zijn niet racistisch, wij discrimineren niet. Wij hebben geen bezwaar tegen een zonderling die in een djellaba over straat gaat, maar het moeten er niet te veel worden. Dan stemmen we ze weg. We willen geen grenzen, geen muren. Grenzen hebben echter altijd bestaan. Dat zijn de grenzen tussen taal en cultuur. Zodra die grenzen worden overschreden, wordt de onzichtbare muur zichtbaar.


Dordrecht, 5 februari 2017

zondag 15 januari 2017

Trumpen



Er is een nieuwe periode begonnen: de trumptijd. We kunnen nu trumpen, aantrumpen, optrumpen, overtrumpen, achtertrumpen en intrumpen. Ik stel me zo voor dat aantrumpen zoiets zou kunnen betekenen als aanpakken. De vraag is vervolgens wat er moet worden aangepakt. De Mexicanen, de muur tussen de Mexicanen en de Amerikanen, de Chinezen of nog iets anders waarvan we het bestaan nog niet kennen.  Optrumpen zou opstomen kunnen betekenen. Alles moet worden opgestoomd, opgetrumpt. Er moet meer worden gewerkt. Amerikanen die nu twee baantjes hebben om te kunnen rondkomen, moeten drie banen nemen. Heel Amerika moet er werk bij krijgen. Trump heeft zichzelf uitgeroepen tot Gods eigen banenkampioen. Met andere woorden: er moet worden opgetrumpt. Optrumpen zou echter ook kunnen betekenen: opstoten, optrekken tegen iedereen die het niet eens is met het nieuwe trumpen, het Trumpiaans model. Trump zou kunnen besluiten op te trumpen tegen de Chinezen. Zij hebben immers al laten weten dat ze niets voelen voor een eendimensionaal beleid, een zogenaamd Trumpiaans model. Overtrumpen kan zijn overtroeven. Iedereen die het niet eens is met het Trumpiaans model, moet worden overtroefd, ofwel: overtrumpt. De Chinezen kunnen niet alleen te maken krijgen met het optrumpen van de Trumpiaanse troepen, de Trumpiaanse idee, maar zouden zomaar kunnen worden overtrumpt. Vlak trouwens de Russen niet uit. Trump mag dan goede maatjes zijn geweest met Poetin. Dat hoeft niet te impliceren dat hij het Poetiniaans model zou moeten omarmen. Hij is immers nu de baas van de wereld. Wat wil je nog meer als je in meer dan 130 landen bases hebt. Wie kan dat zeggen? Dat is er maar een en dat is Trump. Dus Poetin komt alleen im Frage als dat past binnen het Trumpiaans model, zo niet, dan wordt hij overtrumpt.
Achtertrumpen is vrij makkelijk verklaarbaar. Dat is gewoon achter Trump aanlopen. Ik ben benieuwd wanneer Europa daarmee begint. Achter iemand aanlopen doet men in Brussel toch heel graag. We hebben dat in de afgelopen jaren goed gemerkt. Een eigen beleid was weliswaar wel aan de orde, maar alleen wanneer dat betrekking had op gebieden met een maximum bereik van zo’n  2000 km van Brussel. Alles wat verder weg ligt, valt niet onder de jurisdictie en laat men kennelijk over aan de Amerikanen. Dat zullen dan de Trumpianen zijn. Ik vermoed dat Europa wel donders snel het achtertrumpen zal omarmen als zijnde een nieuwe filosofie, die van het trumpisme.
Blijft over het intrumpen. Dat is niets anders dan de bal inkoppen. Ja, in deze tijd van het voetbal, moeten we de bal kunnen inkoppen. Laat dat maar aan de Trumpianen over. Zij kunnen dat goed. Trump zelf heeft daar ongetwijfeld een cursus ingegeven in een door hemzelf geopende school à raison van 200 dollar per uur per kandidaat. Intrumpen doet Trump echter niet met zijn hoofd, maar via het maken van vogelgeluidjes, zogeheten tweets. Trump is daar een meester in.

Europa, een valse belofte

  Dordrecht, 04 februari 2024 In de jaren dertig van de twintigste eeuw hield Stefan Zweig drie lezingen. De eerste vond plaats in 1932 ...