zaterdag 21 maart 2020

De verloren mens


21 maart. Het begin van de lente. Crisis. Corona zet ons een kwade kroon op het hoofd. Corona, de kroon. Waar komt deze naam vandaan? De naam doet denken aan een code. Mocht het een codenaam zijn, dan is er een implicatie. De verwijzing naar een kunstmatig virus. We weten het niet. Wat we weten, is niets. Weten is cruciaal voor het begrip van de wereld, om grip te hebben op ons leven.

Het leven ligt vrijwel stil. Er zijn nog steeds mensen die joggen, mensen die fietsen, mensen die wandelen, mensen die tuincentra bezoeken of bouwmarkten. Zij nemen geen afstand. De afstand, die anderhalve meter, is een motief in de sciencefictionfilm waarvan we nu allemaal deel uitmaken. Anderhalve meter. Een ander motief zou kunnen zijn de mens zelf. Zodra ik een mens zie naderen, kom ik tot stilstand. Ik wacht en kijk wat mijn zogeheten antagonist van plan is. Wijkt hij van het pad af, om mij te ontwijken of ben ik degene die een ander pad neemt, om zodoende die mens uit de weg te gaan?

Gisteren durfde ik die mens nog niet aan te spreken om hem te sommeren afstand te houden. Vandaag deed ik dit. Ik riep de persoon die mij probeerde te benaderen op om naar achteren te gaan, om terug te treden. Wij stonden beiden bij de kassa van de Jumbo. Gelukkig keek hij mij aan met een begripvolle blik en trad hij terug. Ik betaalde met een kaart, maar moest helaas toch contact maken met dat afschuwelijke apparaat om mijn code in te typen, het apparaat waar wellicht vijf minuten daarvoor een mens eveneens een code had ingetypt.

Ik wil niets te maken hebben met andere mensen. Ik wil ze niet in mijn buurt. Ik krijg al de kriebels wanneer ik er een zie lopen, zo’n mens. Ik merk ook dat ik me afvraag wat voor mensen het zijn die ik op mijn scherm tegenkom. Waarom kan er niet gewoon een film gemaakt worden zonder mensen? Ze zijn er, maar dat zijn dan natuurdocumentaires en die worden op een gegeven moment saai.

Mijn vrouw en ik hebben al tijden gekozen waarvan we weten dat er zo min mogelijk mensen buiten lopen. We willen niet met ze worden geconfronteerd, met mensen bedoel ik. Gelukkig heb ik veel boeken. In die boeken spelen mensen wel een rol, maar zij zijn niet van vlees en bloed, zij zijn slechts personages. Zij doen mij geen kwaad. Primo Levi vroeg zich ooit al af: is dit een mens? Jozef K. heeft nooit geweten waarvan hij werd beschuldigd en de enige die beschuldigd wilde worden, omdat hij zich nu eenmaal schuldig voelde, was Raskolnikov. Hij werd echter niet beschuldigd. Nu voel ik mij bijna alsof ik niet meer weet wat mijn naam moet zijn, Alsof ik niet meer weet waartoe ik behoor. Alsof ik alleen mijn ziel heb kunnen overhouden, alsof ik een van de personages ben van Dzjan.

Gelukkig is het nog niet zo ver. Maar kan ik nog wel gaan en staan waar ik wil? Is het bestaan nog draaglijk of moet ik mij wanen in de ondraaglijke lichtheid van het bestaan, alsof ik een danser ben, een danser in de lucht, een danser op de wolken. De wolken die niets anders zijn als een zinsbegoocheling in de woestijn, een utopisch morgana?  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Europa, een valse belofte

  Dordrecht, 04 februari 2024 In de jaren dertig van de twintigste eeuw hield Stefan Zweig drie lezingen. De eerste vond plaats in 1932 ...