Hij was altijd al op zoek geweest naar Utopia, een niet-bestaand land, een
niet bestaande waarheid, een soort Bermudadriehoek, een plek waar je zou kunnen
verdwijnen. Hij, Christiaan Timmermans, was een dromer, iemand die houdt van
een wereld die bestaat naast de bestaande wereld, een dimensie die zou kunnen
worden bezocht door mensen zoals hij. Misschien kwam het doordat zijn moeder
hem had verteld dat zijn voorouders ver teruggingen. Zijn betovergrootvader was
een timmerman aan het hof van tsaar Nikolaas. Zijn fantasie ging zover dat hij
het idee had dat zijn betovergrootvader in een kasteel zou hebben gewoond,
samen met de tsaar. Maar sinds enkele jaren had hij dat idee verlaten. De
werkelijkheid is altijd anders. De werkelijkheid is onkenbaar. Dat had zijn
moeder hem verteld en pas sinds enkele weken wist hij dat zijn moeder gelijk
had.
Sinds kort was die serie op televisie,
ook over Utopia. Dat was echter toch wel heel wat anders. De serie was er een
van de zovele. Een stel mensen in een kunstmatige wereld, terwijl Utopia een
niet bestaande wereld moest zijn, een ideaal, de ultieme droom. Wat dat betreft
vond hij de films van Indiana Jones een stuk spannender. Die gingen ten minste
ergens over. Hij herinnerde zich die film over de Graal. Dat bleek een beker te
zijn die bewaakt werd door een of ander figuur die afkomstig was uit het Oude
Testament. Ja, sinds hij kennis had gemaakt met Rosa, was de wereld veranderd.
Rosa
was niet langer Rosa, zij was zijn Rosa en in tegenstelling tot de meisjes die
hij tot dan toe had gekend, accepteerde zij dat ook. Zij kende zijn jaloezie en
moest haar kanaliseren. Zij kende de verhalen rond zijn betovergrootvader en
vond die reuze interessant. Hij had haar alles verteld. Eigenlijk was het
gewoon toeval dat haar vader vrijwel alle boeken bezat uit de Russische
bibliotheek. Dat niet alleen. Hij bezat ook de originelen. Rosa zou Russisch
hebben kunnen spreken, ware het niet dat haar moeder die Russisch was, overleed
toen ze 8 was. Verkeersongeluk. Haar vader was er nooit overheen gekomen.
Hetzelfde gold voor haar grootouders, de ouders van haar moeder.
In ieder geval was er nu een nieuw
kasteel. Dit kasteel was heel klein en het had nog geen naam, maar het was een
kasteel. Christiaan woonde er samen met Rosa en terwijl Christiaan droomde,
richtte Rosa het in. In het midden zou een patio komen en in de patio zou de
zon altijd schijnen. Christiaan hield van de zon en de zon hield van Rosa en Rosa
hield van Christiaan. Zo was het idee.
De werkelijkheid was anders: dergelijke
patio’s zijn alleen te vinden op de evenaar en de tijd waarin zij van de zon
konden genieten was inherent aan de grootte van de patio. Schaduw was er hoe
dan ook.
Al vrij spoedig kondigde de schaduw
zich aan. Rosa was de eerste die er oog voor had. De vraag is of Christiaan de
voortekenen zou hebben waargenomen als er geen Rosa was. Rosa redeneerde met
haar verstand. Christiaan met zijn gevoel. Rosa zag het omen. Christiaan voelde
iets, maar wist niet wat het was. Hij kon het niet definiëren. Hoewel Rosa
evenmin in staat was te omschrijven wat ze dacht dat er komen zou, wist ze dat
het iets slechts was: een vloedgolf. Waar de vloedgolf vandaan kwam en wat hij
met zich meebracht, was onbekend.
Uiteindelijk kwam hij op een moment
dat ze hem niet verwachtten. Zoals altijd.
Overwinning
Na de ramp die uiteindelijk helemaal
geen ramp was, haalde Rosa wekenlang de ene na de andere onvoldoende. Na de
achten volgden de vieren. De vieren haalde ze, omdat ze slim was. Voor de
vieren deed ze niets. De achten haalde ze achteloos. Ze las en onthield alles
wat ze gelezen had. Christiaan daarentegen haalde zessen, zoals hij altijd al
zessen had gehaald. Christiaan was dan
wel een dromer, maar hij was ook een blokker. Later zou hij nog hacker worden.
In ieder geval volgden vrij spoedig
telefoontjes naar Hans, de vader van Rosa. Hans had gesprekken, maar Rosa kon
niet meer vertellen dan hetgeen ze had meegemaakt. Gevolg was dat Hans radeloos
werd, want hij kon niet geloven wat Rosa hem had verteld. Toch zou Rosa hem
nooit een onwaarheid vertellen. Kortom: wat was er waar? Wat was er gebeurd?
Wie was Christiaan? Christiaan, de jongen die voortdurend op een koord balanceerde
dat strak boven de grens van de zes gelegd was. Christiaan die leefde in twee
werelden. Dat van die twee werelden, was niet bekend aan Hans, evenmin aan de
ouders van Christiaan, Joop en Sophie.
Tegelijkertijd met de verandering van
acht naar vier was Rosa gestopt met de inrichting van hun kasteel. Christiaan
was verdrietig, maar omdat hij dromen kon, was hij in staat zijn verdriet te
verdringen door een droom. Hij droomde van een geweldige brontosaurus die
eenzaam over een ijsvlakte zwierf, op zoek naar een partner. De droom was
onbegrijpelijk, want een brontosaurus moet gras eten en op ijs groeit geen
gras. Maar ja, dromen zijn nu eenmaal dromen. Niets is wat het lijkt.
Christiaan deed er alles aan om zijn Rosa vrolijk te maken. Precies zeven weken
na de bewuste dag kwam de ommekeer: Rosa kon weer lachen. Rosa keerde terug uit
de duisternis. Voor Hans was het een mirakel, voor de school een nog groter
mirakel. Rosa had de vieren achter zich gelaten en overtrof de achten door over te gaan op negens.
Christiaan hield het bij de zes; hij
zou de negen kunnen halen, maar dan zou de tijd van blokken langer worden. Christiaan
was liever dromer. Zijn Utopia zou hij nooit vinden en dat wist hij. De schaduw
had hij leren kennen, Rosa ook. De schaduw hadden ze overwonnen. Hij meteen, Rosa
na enige tijd. Nu leefden ze in de wereld naast de andere wereld. Een wereld
waarin een brontosaurus op een ijsvlakte ronddwaalde. Zij zaten op zijn rug en
stuurden hem naar het malse gras.
De schaduw
hadden ze weggestuurd, maar een vloedgolf kan zich ieder moment aandienen.
Ondertussen lazen ze Thomas Moore, Tomassio di Campanella en op school hadden
ze beiden gekozen voor Bilderdijk, De
ontdekking van Altamont. De rest van de klas las Reize door het Aapeland. De
leraar Nederlands kende geen ontdekkingen, laat staan die van altamont. Hun
ontdekking was niets anders dan een variant van Bilderdijks’ Kort verhaal
van eene aanmerklijke Luchtreis en nieuwe Planeetontdekking dat in 1813
anoniem verscheen. Christiaan en Rosa hadden de pretentie het beter te kunnen.
Ze hielden allebei van eilanden, hadden Moore en Campanella gelezen. Nu wilden
ze Altamont ontdekken. Altamont waar de zon zou schijnen in een patio.
Sinds de negens van Rosa, waren de gesprekken gestopt. Christiaan en Rosa
richtten hun kasteel verder in. Voor vloedgolven waren ze niet bang. Ze leefden
in twee werelden en waren elkaars verstand en gevoel.
De brontosaurus graasde gezapig op de weiden. Toch bleef er onrust. Ze
waren weliswaar niet bang, maar waren wel degelijk op hun hoede. De zon zou
niet altijd schijnen.
Is niet ieder
verhaal, zodra het geschreven is, achterhaald? Nou ja, de verhalen over de
toekomst zullen nooit achterhaald zijn. Ze gaan immers over de toekomst. We
moeten het nog meemaken. Ja, maar wie zegt dat hetgeen daar geschreven staat,
ooit zal gebeuren? Als we kijken naar de verhalen van Jules Verne, dan zijn er
toch wel wat zaken uitgekomen. Een heel ander voorbeeld is De Flintstones, nee,
de Jetsons. Dat was zo’n stripverhaal dat in de jaren zeventig van de vorige
eeuw verscheen. Daar kwamen vliegende auto’s in voor en nog een aantal van de
zaken die we nu de gewoonste zaak van de wereld vinden. We hebben nu inderdaad
vliegende auto’s, airski’s. Hoe is men eigenlijk op die naam gekomen? Airski?
Dat weet ik niet, maar ik denk dat aircar niet mooi werd gevonden. Ik vind het
in ieder geval een afschuwelijk woord. Overigens zijn er best wel zaken die in
de jaren tachtig en negentig van de 20e eeuw nog helemaal niet zijn
voorzien. Neem nu het printen van organen of het kweken van organen in je eigen
kweekkamer. Ja, ik heb er vorige week nog gebruik van gemaakt.
In mijn geval ging
het gewoon om een been. Je kunt het je niet voorstellen, maar ik viel vorige
week uit mijn jetski. Heb jij ook nog een jetski? Ja, die heb ik. Helaas ging
er iets mis en ik brak mijn been. Helemaal geen ramp, maar toch. Dus heb ik
Girico gevraagd mij te helpen en binnen een uur had ik een gloednieuw been. Hij
heeft mijn been eraf gehaald en het been gebruikt om er in een half uur een
nieuwe van te maken, vervolgens duurde het nog een half uur en hij zat er weer
aan. Kost wel een ongelooflijke hoeveelheid energie. Maar die heb ik voldoende.
Om terug te komen
op het verhaal. Een goed voorbeeld is ook Orwell. Hij heeft niet alles
voorspeld, maar wel het verdwijnen van de privacy. Het duurt misschien niet
meer zo lang voordat mensen niet meer weten wat het is. Alles is toch openbaar.
Waren tien jaar geleden nog de toiletten de enige ruimtes waar geen camera’s
hingen, nu zijn die ook aangesloten op het registratiesysteem. De poep wordt
zelfs nog iedere dag geanalyseerd. Je zou ooit eens een virus kunnen hebben…
Ja, maar wat wil
je dan? Je herinnert je toch ook nog wel die enorme uitbraak van het
Zonginvirus? Hoeveel mensen zijn daar uiteindelijk aan doodgegaan? Kanker
konden we genezen, organen kunnen we maken. We kunnen tweehonderd jaar oud
worden. We kunnen ons verplaatsen met enorme snelheden. We zitten nu al op een
kwart van de lichtsnelheid. Toch waren we niet in staat virussen onder controle
te krijgen. Daarom wordt nu je poep geanalyseerd, daarom mogen de meeste mensen
geen vlees meer eten. Het waren immers die geiten die dat virus steeds in
omloop brachten. Je kunt proberen dieren in een steriele omgeving te fokken,
maar bij geiten lukte dat niet.
Vrouwen zijn nu
ook definitief verlost van al die ellende die baren met zich meebrengt. Wanneer
is ook alweer het laatste kind geboren uit een moeder? Dat moet geweest zijn in
2063. Ja maar, in Afrika vindt toch nog steeds alles op natuurlijke manier
plaats? Deels wel.
Wat ik me afvraag
is wanneer Amerika uit quarantaine komt. Ik kan me niet voorstellen dat er daar
nog enige beschaving is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten