Taal verschaft de mens zijn identiteit. Door middel van het leren van
een taal, leren we ook de mentaliteit van een volk kennen. Hoe iemand
echter ook zijn best doet een bepaalde vreemde taal te leren, het blijft
moeilijk de finesses aan te voelen van een andere taal. Zo was er eens
een Amerikaan die met een Russische vrouw getrouwd was en op een gegeven
moment een aardig mondje Russisch sprak. Hij las in een Mashroedke, een
Russisch taxibusje: “alle hazen zijn bokken.” Hij vroeg aan zijn vrouw:
“Masha, hoe kan dat? Hoe kunnen hazen bokken zijn? Zij legde hem uit
dat een haas iemand is die zonder kaartje probeert te reizen. In
Russische bussen wordt altijd streng gecontroleerd en daarom moet een
haas zich verstoppen. Iemand een bok noemen, is een grote belediging. De
bok is niet vergelijkbaar met ons rund of onze ezel. Een rund kan dom
zijn, een ezel wordt voor dom aangezien, maar is het niet. Iemand een
bok noemen gaat een stapje verder. Er is in feite geen equivalent voor.
Een betekenis die in de buurt komt is het geheel van woorden als
“verrader,een amoreel persoon, een provocateur”. Zo wordt duidelijk dat
de eigenaar van het busje of de busmaatschappij het helemaal niet heeft
voorzien op mensen die zonder kaartje reizen. Er wordt echter ook nog
onderscheid gemaakt tussen vrouwen en mannen. Als een Rus tegen een
vrouw “kozél” (= bok) zegt, vat de vrouw dat niet zo zwaar op. Ze
reageert er niet op. Als ze er wel op zou reageren, heeft ze een groot
probleem. Ze kan wel zeggen: “je bent een koza!” (dat is de vrouwelijke
pendant van de bok, de geit). Het woord koza (= geit) is vele malen
minder beledigend dan het woord “kozél”. Als je een man een “kozél”
noemt, wordt de man verschrikkelijk boos.
Een ander voorbeeld in de Russische taal dat voor ons moeilijk te
begrijpen is, is de uitdrukking “noe, ladne”. ‘Ladne” betekent
letterlijk o.k. Als een Rus zegt: “noe ladne” is dat iets heel anders
dan wanneer hij antwoordt met: “ladne”. “Ladne” betekent echt o.k. De
persoon gaat akkoord en er gebeurt iets. “Noe ladne” betekent
“misschien”. Het zou kunnen dat er iets gebeurt, maar het is niet zeker.
Hat kan ook nog volgende week. Helemaal lastig wordt het wanneer je aan
een Rus vraagt of hij een kop thee wil en hij antwoordt met: “da
mozjebit njet”. Letterlijk betekent dat: “ja misschien nee”.
Bovenstaande voorbeelden zijn aardige illustraties hoe verschillen in
cultuur tot uitdrukking komen in de taal. Verschil in cultuur komt nog
het meest duidelijk naar voren in het dagelijkse taalgebruik. Wanneer
een Engelsman, een Duitser, een Fransman of een Nederlander aan iemand
vraagt of hij het raam dicht wil doen, gebruikt hij daarvoor een
beleefdheidsvorm. “Zou u het raam dicht willen doen, alstublieft”.
“Would you please shut the window for me.” Een Rus zegt gewoon: “doe het
raam dicht”. Dat geldt voor veel andere uitdrukkingen in het Russisch.
Een buitenlander die net met een Russin is getrouwd, zal hier zeker aan
moeten wennen. Ze zegt tegen haar man: “kom hier!” “Kom eten!”
Daar staat tegenover dat Russen het vreemd vinden dat er in Nederland
geen respect tot uiting komt in onze naamgeving. In Rusland heeft
iedereen verschillende namen. Om respect te betonen tegenover de ouders
wordt iemands tweede naam genoemd. Bijvoorbeeld: “Mikael Iwanowitch”.
Als iemand nog een kind is, wordt het verkleinwoordje van Mikael
gebruikt, “Misha”. In Nederland kan een vrouw na haar veertigste nog
steeds “Masha” heten. “Masha” is het verkleinwoord van “Maria”. Dat
vinden Russen vreemd.
Buitenlanders hebben natuurlijk ook moeite met onze taal. Zo zal iedere
buitenlander willen weten wanneer je het woordje “hè” gebruikt. Een paar
voorbeelden: “Je bent toch niet ziek, hè?” “Mooi weer, hè?” “Leuk hè?”
Nederlanders voelen feilloos aan wat er bedoeld wordt: de ene persoon
verwacht van de ander dat hij het met hem eens is. Hij gaat er impliciet
van uit dat de ander er net zo over denkt als hij. Het woordje hè
creëert een soort gemeenschapsgevoel. In andere talen zien we dat in
andere vorm terugkomen. In het Duits: “Das ist doch richtig, ja?” of:
“das ist doch richtig, ja oder?“ In het Iers: “Nice weather, hé?“ In
Romaanse talen, zoals het Frans en het Italiaans komen we dit soort
woordjes niet tegen.
Een ander leuk, maar ook ergerlijk verschijnsel is het gebruik van het
woordje “lekker”. Nederlanders noemen bijna alles lekker. Het weer is
lekker. Het eten is lekker. Werken is lekker. Op vakantie gaan is
lekker. Wandelen is lekker. Poepen is lekker. Deze lijst is met nog
zeker honderd van dit soort zinnetjes uit te breiden.
Ten slotte is nog één heel groot verschil tussen Nederlanders en Russen
als het gaat om de moeder. Ook hier zien we trouwens dat er bepaalde
overeenkomsten zijn tussen verschillende culturen. Wanneer iemand iets
naars zegt over iemands moeder, kan dat leiden tot doodslag. Het
beledigen van je moeder is het ergste wat er bestaat. Je moeder geeft
jou het leven. Rusland wordt niet voor niets “moederland” genoemd.
Hetzelfde verschijnsel zien we terug in de Turkse cultuur en nog een
aantal andere culturen. Ook daar wordt het beledigen van de moeder
gezien als een zeer ernstig vergrijp. Nederlanders hebben er geen enkele
moeite mee wanneer moeder wordt beledigd. Ze vinden het niet leuk, maar
een belediging van je moeder wordt niet als zeer ernstig opgevat. In de
Engelse taal is de spreekwoordelijke “motherfuckker” zelfs gaan behoren
tot dagelijkse omgangstaal in zekere kringen.
Zo zien we dat iedere taal uitdrukkingen heeft die voor degenen die de
taal niet kennen, niet alleen moeilijk te begrijpen zijn, maar vooral
moeilijk zijn om ze op de juiste wijze te gebruiken.
Een haas is in Rusland een bok, net zo goed als een gans een varken kan
zijn. Dat is het geval wanneer de gans de groente eet uit de moestuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten