In
diverse media hebben we kunnen lezen dat minister Plasterk van Binnenlandse
Zaken wil decentraliseren. Vanuit het rijk zouden meer taken moeten worden
overgeheveld naar de gemeente. Tevens wil minister Plasterk dat het merendeel
van de gemeentes gaat fuseren zodat in 2017 er alleen nog maar gemeentes
bestaan van meer dan 100.000 inwoners. Vooral dit laatste idee is een onzalig
plan en ik zal hieronder aantonen waarom.
Op
zich is het geen onzinnig idee om bepaalde taken die nu door het rijk worden
uitgevoerd, door gemeentes te laten uitvoeren. Genoemd zijn de jeugdzorg,
langdurige zorg en de participatie op de arbeidsmarkt. Mensen die hulp behoeven
kloppen toch het liefst aan bij mensen in hun naaste omgeving. Vroeger was dat
de familie, nu is de rol van de familie veelal een andere. Niet elk familielid
is in staat om voor andere leden van de familie te zorgen. Dat kan veroorzaakt
worden door een te grote afstand, doordat men moet werken of door andere
omstandigheden. Daarom is deze taak overgenomen door instanties. De gemeente
staat dichter bij de burger dan het rijk. De gemeente zou daarom veel meer
zicht moeten hebben op haar inwoners en hun behoeften. De gemeente heeft er ook
belang bij dat zoveel mogelijk van haar inwoners een betaalde baan hebben, niet
alleen omdat werkenden een grotere financiële bijdragen kunnen leveren aan de
gemeentekas, maar vooral omdat het hebben van een baan mensen een voldaan
gevoel geeft. Het geeft hun een gevoel van eigenwaarde. Hierdoor zullen er
minder sociale problemen ontstaan. Dat geldt vooral voor jongeren. Wanneer
jongeren geen werk hebben, maar dat wel willen, moeten zij hun energie op een
andere manier kwijt. Uit onderzoek blijkt ook dat jongeren zonder werk eerder
kans maken te vervallen in criminaliteit.
Het
is daarom vreemd dat onze minister graag ziet dat gemeentes fuseren tot
kolossen van meer dan 100.000 inwoners. Juist in dorpen kent de burgemeester meer
mensen in hun gemeentes dan in grote steden. Datzelfde geldt natuurlijk ook
voor alle anderen die betrokken zijn bij het bestuur. Minister Plasterk noemt
professionalisering als reden om gemeentes te laten fuseren. Alsof er meer
professionaliteit aanwezig is in een gemeente van 100.000 inwoners dan in een
dorp van 10.000 inwoners. Professionaliteit heeft niets te maken met grootte.
De ABN AMRO was een vrij grote bank op het moment dat de bank moest worden
overgenomen door het rijk. SNS Reaal is weliswaar wat minder groot dan de ABN
AMRO, maar toch nog steeds van een respectabele grootte. Het ROC Zadkine in
Rotterdam is één van de grootste ROC’s van Nederland en het Ruwaard Van
Puttenziekenhuis is toch ook geen kleine instelling. Vier voorbeelden van
organisaties, afkomstig uit drie sectoren die stuk voor stuk als bewijs kunnen
dienen dat sprake is geweest van wanbestuur. Is “groot” altijd beter? Zorgt
“groot” voor professionaliteit? Deze vragen kunnen we met recht retorisch
noemen.
Gerard
Schouw van D’66 heeft helemaal gelijk dat hij dit plan onzinnig noemt. Niet
alleen het plan is onzinnig, ook het tijdpad waarin deze fusies tot stand
zouden moeten komen is veel te krap. Dat laatste zinnetje kan natuurlijk komen
te vervallen wanneer minister Plasterk zijn verstand gebruikt en terugkomt op
zijn idee. Nu kan dat nog zonder al te veel gezichtsverlies.
Gemeentes
moeten juist klein blijven. Wat mij betreft zouden gemeentes met veel kernen
weer terug moeten naar de bases. Defuseren is veel verstandiger. Zodra
organisaties groot worden, blijkt het lastiger te zijn alles goed in de gaten
te houden. Controle is nu eenmaal nodig. Dat blijkt nu ook weer uit de
zogenaamde paardenvleesaffaire. Vermoedelijk is het plan van minister Plasterk
voornamelijk ingegeven door financiële drijfveren. Het is niet moeilijk te
voorspellen dat de plannen van minister Plasterk, de gedwongen fusering van
kleine gemeentes tot grotere en de overdracht van zorgtaken de gemeentes een
hoop geld gaan kosten. Het rijk heeft geen geld, dus zullen de
gemeentebelastingen wederom omhoog gaan. Hoe is het toch mogelijk dat mensen
niet leren van fouten? Waarom wordt de burger niets gevraagd? Kenden alle
inwoners van kleine gemeentes de plannen van minister Plasterk op het moment
dat zij de stembus betraden? Ik betwijfel dat.
Ten
slotte is het overhevelen van zorgtaken al een grote operatie. Deze plannen
zullen de komende tijd veel tijd opslurpen en de professionaliteit die hiervoor
nodig is kan altijd worden verkregen via buurgemeentes. Samenwerken met
buurgemeentes is namelijk uitstekend. Buren moeten elkaar helpen en niet elkaar
“overnemen”. Ik roep minister Plasterk op om het onrealistische plan om
gemeentes te laten fuseren tot kernen met meer dan 100.000 inwoners, op te
geven. Gemeentes kunnen de samenwerking intensiveren en hun tijd besteden aan
de invoering van andere plannen. Creëer rust en doe alles op tijd. Laat
gemeentes de taken uitvoeren die zij moeten uitvoeren.
Dordrecht, 19 februari 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten