Het grootste
land ter wereld, heeft Nederland, één van de kleinste landen ter wereld,
uitgenodigd samen een Rusland-Nederlandjaar in het leven te roepen, een jaar
dat in het teken staat van de inmiddels 3 eeuwen oude relatie
Nederland-Rusland. Alhoewel Rusland door steeds meer mensen niet meer gezien
wordt als een gevaarlijke vijand tegen wie wij ons zouden moeten bewapenen,
kennen de meeste Nederlanders Rusland in het geheel niet. Sommigen hebben
Moskou en Sint Petersburg bezocht en een enkeling is het avontuur aangegaan en
is naar Siberië gereisd, in de voetsporen van Cornelis de Bruijn (1652 – 1726)
wiens boek, getiteld “Reizen naar Moskovië”, nog niet zo lang geleden in het
Russisch is vertaald. Daarom is het goed een boekje open te doen over Rusland
en datgene waar zoveel mensen al zo lang naar op zoek zijn: de Russische ziel.
Waar vinden we deze Russische ziel? In ieder geval niet in de roebel. Toch is
de roebel een element waar we niet omheen kunnen. De roebel maakt deel uit van
de volksaard. Vroeger was de vraag: “en, hoe lang moet je wachten voordat je je
Lada krijgt?” Nu wordt gevraagd – nadat vriend, vriendin, buurman of neef
kenbaar heeft gemaakt een nieuwe auto te hebben gekocht, bij voorkeur een
westerse, “skolke stoit?” (Hoeveel heeft ‘ie gekost?) Helaas heeft ook hier het
geld van God gewonnen. Gelukkig geldt dat niet voor iedereen. Ook Russen
beginnen zich nu, 20 jaar nadat het communisme ten grave is gedragen, te
realiseren dat je als autorijder niet belangrijker bent dan een voetganger. Men
raakt eraan gewend en het gaat dan ook steeds beter met de Russische economie.
Supermarkten verrijzen als lichtgevende paddenstoelen in de grauwe gebetonneerde
wijken van de steden. Maar ja, de lonen blijven achter bij de prijzen, Wat dat
betreft begint Rusland niet langer op Nederland te lijken, maar worden wij zo
langzamerhand een beetje Russisch.
Een element waar we de Russische ziel wel in
kunnen vinden, is in het eten en dan met name in de pap en de soep. De Rus
begint zijn dag bij voorkeur met pap. Onder invloed van het westen, was dat
enige tijd anders. Men dacht dat alle zaligheid uit het westen moest komen en
begon de westerse eetgewoontes te kopiëren. Inmiddels is men erachter dat deze
zogenaamde zaligheid voorzien is van een laagje vernis, waarna de pap wederom
zijn intrede heeft gedaan. Pap is er in alle soorten en maten. Nemen wij
genoegen met Brinta of havermout, Russen eten havermout, rijst met pompoen,
gierst of gerst. In de avond wordt ook regelmatig pap gegeten. Daarbij noemt
men veel soorten voedsel gewoon “pap”: gierst, gerst, rijst, boekweit, gort of
spelt; het is allemaal pap. Een bekend Russisch gezegde is: Pap is de moeder,
roggebrood de vader.
De ziel komt eveneens tot uiting in de kunst en
literatuur. In de manier waarop iconen zijn vormgegeven, in de schitterende en
unieke uienkoepels die te vinden zijn op alle kerken in het Byzantijnse
Rusland, in de werken van Andreï Roeblov, in de wonderlijke kunst van
Kandinski, in de grote romans uit het gouden tijdperk, maar ook in de gedichten
van Majakovski en in de Meester en Margarita van Boelgakov. Vraag aan een
willekeurige Rus op straat naar Poesjkin en de kans is groot dat hij minimaal
een stuk of tien verzen uit het hoofd citeert. In de Russische taal komen we
Poesjkin, de grote klassieke dichter, overal tegen. Enkele voorbeelden: Als
iemand een ander vraagt iets te doen en de persoon doet het niet meteen, wordt
er wel gezegd: “komt er nog wat van, of denk je dat Poesjkin het moet doen”. Of
neem de volgende uitspraak: Iemand kan iets niet vinden en vraagt aan iemand
anders of hij niet even kan zoeken, waarop deze antwoordt: “ja, ik ben Poesjkin
niet!” Helaas is in Nederland weinig Russische muziek te vinden. We vinden hier
wel de klassieke muziek van Tchaikovsky, Shostakovich, Rachmaninov, Glinke en
Strawinski, maar niet de vele Russische volksliedjes die iedere Rus kan
meezingen. Want ook de muziek en de dans weerspiegelen de vrolijkheid, de
melancholie en de sprankeling van de typisch Russische volksaard en daarmee
haar ziel.
In een onderzoek naar de vraag wat mensen een mooie taal vinden,
wordt vaak het Russisch genoemd. Van Lomonosov is de befaamde uitspraak: “Karel
de Vijfde, Rooms imperator, placht te zeggen dat men Spaans met God, Frans met
vrienden, Duits met vijanden, Italiaans met het vrouwelijk geslacht behoorde te
spreken. Maar als hij de Russische taal machtig geweest ware, dan zou hij
natuurlijk daaraan hebben toegevoegd dat men die taal gevoeglijk met alle dezen
spreken kan. Want hij zou in haar de glorie van het Spaans, de levendigheid van
het Frans, de kracht van het Duits, de lieflijkheid van het Italiaans hebben
gevonden en bovendien de rijkdom en de sterke kortheid van uitdrukking van het
Grieks en Latijn.” (Uit: Karel van het Reve, Geschiedenis van de Russische
literatuur, Van Vladimir de Heilige tot Anton Tsjechov, Amsterdam, 1990, 5e
druk, blz. 44.)
Met de Russische taal kun je dus veel kanten op, zo is het ook
met de Rus zelf. De taal weerspiegelt het karakter. In Russische zinnen kun je
de zinsvolgorde aanpassen aan de situatie van het moment, aan datgene wat je
wil zeggen. Zo is ook de Russische volksaard: zij is grillig en past zich aan
in alle omstandigheden. Daarom zal niet één land het kunnen winnen van Rusland.
Welke strategie ook wordt toegepast, Russen doen precies datgene wat hun
vijanden niet van hen verwacht. De Russische ziel is daarom onkenbaar. Zij is
overal en nergens, maar te vinden in de taal, het eten, op de markt, in grauwe
flats, in de typisch Russische iconen, in de sprookjes van Poesjkin en in de
kalashnikov. Misschien is de ziel nog wel het meest te vinden in de liefde van
de Rus voor zijn land, voor zijn tradities. Russen hangen geen vlaggen buiten
hun flats op de verjaardag van Poetin en ook niet op 9 mei, de nationale
feestdag, maar ze houden hun tradities in ere, ook in het buitenland. Russen
wonen overal, al jaren. In Amerika is een stadje, Brighton Beach, waar alleen
Russisch gesproken wordt. Zelfs de politieagenten spreken je aan in het
Russisch. Alles in Brighton Beach ademt een oude Sovjetsfeer. Dat wil zeggen
dat je er alle voormalige inwoners van het oude Sovjetrijk kunt vinden:
Oekraïners, Joden, Georgiërs en nog veel meer culturen. De gemeenschappelijke
deler is het Russisch. Dat spreekt iedereen.
In Florence staat een prachtige
Russische kerk die steevast op iedere zondag wordt bezocht door de Russische
gemeenschap. Russische kinderen, waar ook ter wereld, worden in de Russische
traditie en sfeer opgevoed. Dat betekent: streng en een tik op de billen zo nu
en dan stimuleert de bloedsomloop en is goed voor de hersenen. Ook dat is
Russisch: de grote liefde voor hun kinderen. Kinderen hebben meer dan in andere
landen, een streepje voor, want Russen weten: zij zijn het toekomstige Rusland
en Rusland is groot, nu en in de toekomst!
Astrakhan,
december 2012
Gepost op Thursday, February 21, 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten