We leven in
een rare tijd. Dat is een uitspraak die vele mensen uiten wanneer zij wat
dieper nadenken over de berichten die in de krant verschijnen en wat meer
geconfronteerd worden met hetgeen wat er juist níet in de kranten staat.
Vandaag
vertelde mijn dochter een van de vele verhalen die zij meemaakt in het
verpleeghuis waar zij stage moest lopen. Het verpleeghuis waar het hierom gaat,
probeert zichzelf een vriendelijk imago aan te meten. Het noemt zichzelf
Fransje, een naam die zowel aan een jongen als aan een meisje kan worden
toegekend, een naam die vriendelijk klinkt. De verpleegsters (er werken
voornamelijk vrouwen) krijgen hun salaris gestort op de naam van Fransje. De
kleding draagt de naam Fransje. Een patiënt kan roepen: “Fransje!” de vraag is
dan niet alleen wie er komt, maar ook of er iemand komt. Maar dat terzijde.
Waar het om gaat is de patiënt.
Mijn dochter
was het na enige tijd opgevallen dat achter de namen van sommige patiënten de
hoofdletter R staat geschreven. Zij vroeg dan ook wat die R betekent. “Oh, die
R? Dan moet je ze reanimeren”. “Reanimeren?” “Ja, reanimeren, wanneer ze een of
andere aanval krijgen en je denkt dat ze doodgaan, moet je ze reanimeren”.
“Maar…, je moet een patiënt toch altijd reanimeren?”, had mijn dochter
gevraagd. “Nee, alleen de patiënten met de R”. In het gesprek dat mijn vrouw en
ik aan tafel met onze dochter voerden, zo’n prettig gesprek tijdens de
avondmaaltijd, vroeg ik of er misschien
een verschil in leeftijd is tussen patiënten met een R en degenen zonder een R.
Ik dacht dat ze de oudjes dood lieten gaan en de jongen nog in leven probeerden
te houden. Dat was niet het geval. Mijn
dochter had ook hiernaar geïnformeerd en zij kreeg te horen dat de R wordt
toegekend aan patiënten aan de hand van een intakegesprek. “Dus in een het
intakegesprek wordt hun gevraagd of je ze in leven moet laten, wanneer ze bijna
doodgaan?”. “Ja, dat klopt”. “Stel dat je iemand zonder de letter R toch
reanimeert, wat gebeurt er dan?” “Dat is verschillend. Er zijn er ook die een
bandje hebben.” “Een bandje?” “Ja, een bandje. Daarop staat dat ze niet mogen
worden gereanimeerd. Als je deze mensen toch reanimeert, moet je voor de
rechter verschijnen. ” “Dus als ik het goed begrijp zijn er mensen met een R,
mensen met een bandje en mensen zonder R en geen bandje. Wat gebeurt er met die
derde groep?” “Deze mensen mag je ook niet reanimeren, want ze hebben geen R.
Ze kunnen je echter niet voor de rechter slepen als je dat toch doet, omdat ze
geen bandje hebben. Ik heb ernaar gevraagd en ze hebben me verteld dat deze
mensen niet zo goed raad wisten met de vraag. Ze snapten het eigenlijk niet.
Sommigen hadden gezegd dat ze er nog over moesten nadenken. ” “Om hoeveel
mensen gaat het? Hoeveel mensen hebben een R?” “Van de 30 patiënten die we nu
hebben, zijn er vijf met een R.” “Met andere woorden, die andere 25 mensen mag
je niet helpen als ze op het punt staan dood te gaan? Maar je wordt toch
opgeleid om mensen te helpen? Je bent straks toch verpleegkundige? Dat geldt dus
blijkbaar ook voor de dokter.” Ja, de dokter mag ook niks doen.” Mijn vrouw en ik waren verbijsterd. Hoe is
dat in Rusland? In Rusland kennen ze dit soort bureaucratische etiketjes niet.
Daar heeft iedereen hetzelfde bandje, maar sinds de val van de muur is het
verschil in klasse wel weer zichtbaar. Dat verschil was er vroeger natuurlijk
ook, maar daar werd over gezwegen. In Nederland is er niet alleen het verschil
in klasse, maar ook een verschil in doodgaan.
Het is dus
helemaal niet vreemd dat iemand wordt doodgeschoten wanneer hij “Allah Akbar” roept bij een of ander
klaagmuurtje. Niemand vindt dit vreemd, want in de media wordt er niet heftig
op gereageerd. Gewoon een communicatiestoornis. Dat was wel anders toen een
stel meiden – nadat ze in het openbaar hadden aangetoond dat ze graag een
bevroren kip in hun vagina wilden stoppen – ook nog eens een president
uitscholden in een kerk. Ze kregen gevangenisstraf en de hele westerse wereld
reageerde heftig. In Nederland hebben we een damschreeuwer die ook de
gevangenis in moet omdat hij plotseling begon te schreeuwen tijdens
dodenherdenking. Naar mijn idee gingen die Pussyrellen wel een stapje verder
dan deze damschreeuwer. Niemand reageerde, iedereen vond het best. Maar ja,
Nederland is geen Rusland.
In de
Oekraïne moet sinds kort een boete betaald worden van 10 grevny als je gepakt
wordt tijdens het plukken van kruiden of paddenstoelen. Dat is nu verboden.
Ik sta er
ook niet van te kijken dat nu eindelijk bekend is geworden dat Engeland de
instigator is van de opstand in Syrië. Dat wist ik al, voordat dit nieuws in de
Engelse pers verscheen. De Nederlandse media doen er het zwijgen toe.
Het is een
vreemde wereld. Is dat de reden dat sommige patiënten liever niet terug willen
keren wanneer ze op weg zijn naar een andere wereld? Zijn ze Razend om wat er
nu gebeurt? Hebben ze de kracht niet meer om terug te keren? Nee, deze
beslissing is genomen op puur pragmatische gronden en wordt kenbaar gemaakt via
het bandje, het bandje zonder R.
Het is een
vreemde wereld. Ridders zijn uitgestorven, Pussy’s en damschreeuwers worden
opgesloten. In verpleeghuizen mogen mensen kiezen voor de dood of het leven en
in Europa staan potten, queers en ruigpoten eens per jaar in vreemde gewaden te
hossen en te vozen om het volk te tonen dat ze volkomen normaal zijn. In
Rusland vindt men zoiets raar, maar ja daar kost een stukje snelweg drie keer
meer dan bij ons.
Het is een
vreemde wereld, een wereld waarin geen plaats meer is voor ridders. Er is
alleen nog glasvezel. Roep je door zo’n stuk glas: “bom”, dan staat er binnen
10 minuten een peloton op de stoep, maar voor die tijd hangt er natuurlijk al
een superdrone in de lucht die alles minutieus in de gaten houdt. Misschien waren de middeleeuwen aangenamer.
In die tijd mocht je nog kruiden plukken, hoefde je geen bandjes te dragen,
werd je niet geconfronteerd met een jetset die terugverlangt naar de seksuele
moraal uit de klassieke oudheid en bestonden alleen nog karrensporen. Toen werd
niemand gereanimeerd. Daar was geen animo voor. Je ziel ging rechtstreeks naar
het paradijs.