dinsdag 18 juni 2013

De Nederlandse leeuw als basis van identiteit



Enkele jaren geleden was de heer Ton Elias woordvoerder van onderwijs voor de VVD. Hij noemde stakende leraren geen knip voor de neus waard. Geert Wilders noemde Minister-president Rutte geen knip voor de neus waard. Dat had niet te maken met onderwijs, maar met een dubbele nationaliteit. De knip en de neus, het ene is om het geld te kunnen bewaren, het andere is om geld te kunnen ruiken. De vraag is of politici daar kan van hebben gegeten. Ik bedoel: hebben zij verstand van knippen en hebben zij een goede neus?

Het verstand van knippen is beperkt en reikt niet verder dan het eigen erf. De neus doet het daarentegen uitstekend. Politici ruiken overal geld. In de bejaardenhuizen, in scholen en zelfs in de meest krankzinnige plekken. Toch zetten zij een knip op de neus wanneer ze langs de echte geurige geldinstituten komen. Een eigenschap die politici goed beheersen is “scoren”, niet alleen bij de eigen achterban, maar liefst ook bij die van de buren. Scoren is beslist een geliefde bezigheid. Zij zijn dan erg fanatiek en gaan helemaal in het spel op, waarbij ze in het geheel geen oog meer hebben voor wat er om hen heen gebeurt. In dat opzicht zijn ze goed vergelijkbaar met onze beste voetballers: recht op het doel afgaan, tackelen mag zolang de ombudsman, alias de scheidsrechter het maar niet ziet.

Beleid, daar gaat het om. Laten zien dat die knip waard zijn. Maar ach, de beste stuurlui staan aan wal. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn. Het is te kort door de bocht om te beweren dat iemand geen knip voor de neus waard is. Politici zijn niet in staat iedereen het naar de zin te maken. Politiek is een kwestie van kiezen. Sommige regeringen laten geen mogelijkheid onbenut het menselijk denkvermogen en de creativiteit zoveel mogelijk in te perken. De regering Rutte 1 wilde ooit de dubbele nationaliteit verbieden. Natuurlijk zou het alleen gaan om nieuwe gevallen, want we kunnen toch niet van Máxima eisen dat zij haar Argentijnse nationaliteit opgeeft. Hoe moet dat dan straks wanneer de dochters van onze toekomstige koning wederom met een Duitser trouwen. Moet de huwelijkspartner vóór het huwelijk of direct na het huwelijk zijn nationaliteit opgeven? Ik ben al sinds mijn geboorte Belg en Nederlander en in tegenstelling tot mijn vader die mij deze twee nationaliteiten schonk, geef ik ze nooit op. De Belgische staat kent het principe: “eens een Belg, altijd een Belg!” Ook mijn kinderen hebben dus de Belgische nationaliteit en dat alleen omdat de vader van mijn vader in België is geboren. Hij leefde de helft van zijn leven in Nederland. Mijn beide ouders zijn in Nederland geboren en toch blijft deze Belgische nationaliteit bestaan. Is dat erg? Geert Wilders, de man die graag praat over knippen, vindt dat heel erg, zo erg dat hij Rutte ertoe bracht een voorstel in te dienen om de dubbele nationaliteit te verbieden. Het voorstel werd zelfs goedgekeurd door de Ministerraad en was op weg naar de Tweede Kamer waar parlementariërs het voorstel zouden moeten aannemen. Dat is inmiddels al weer twee jaar geleden. Met deze kwestie valt niet meer te scoren. Dus het “nationaliteitengedoe” is in de la beland, samen met andere slappe balletjes.

De vraag of een simpel aan elkaar genaaid boekje met wat tekst ervoor kan zorgen of iemand zich oranje voelt, is nooit beantwoord. Wilders is het spoor bijster. We horen hem de laatste tijd sowieso al iets minder. Misschien laat zijn neus hem in de steek. De zojuist gestelde vraag is door onze “heren en dames” politici nooit echt beantwoord. Daarom moet ik het doen.

Wat maakt iemand Nederlander? Toch zeker niet een boekje waarop een stoer leeuwtje prijkt. Daar is wel wat meer voor nodig. Wordt een in het buitenland geboren persoon überhaupt ooit een Nederlander? Dat hangt van 2 factoren af. Ten eerste de leeftijd en ten tweede het gezin waar hij of zij opgroeit. Een geadopteerd kind dat door Nederlandse ouders wordt opgevoed zal zich Nederlands voelen, maar misschien toch ook nog niet helemaal. Ieder ander kind blijft altijd buitenlander. Aan tafel wordt dat kenbaar gemaakt in talloze gesprekken. “Ja, bij ons doen we dat anders. Jullie vinden dat ….., maar dat is bij ons toch echt anders…”.

Er zijn honderdduizenden mensen in Nederland die in bezit zijn van twee paspoorten. Deze mensen zullen zich nooit Nederlander voelen. Ik durf te stellen dat onze koningin, Maxima, zich ook nooit Nederlandse zal voelen en dat haar kinderen zich eveneens nooit voor 100 % Nederlands zullen voelen. Er zijn eveneens honderdduizenden mensen met twee paspoorten die zich wel degelijk Nederlands voelen. Een goed voorbeeld is de derde generatie Turken. Vaak hebben deze mensen nog een Turks paspoort. Dat is makkelijk wanneer ze op vakantie gaan naar een oom of tante in Turkije. Toch voelen ze zich veel meer Nederlander dan Turks. Een paspoort leidt niet tot “commitment”. Het “Nederlandgevoel” ontstaat niet door het al dan niet hebben van een paspoort met een Leeuw op de buitenkant. Het paspoort verschaft de mens geen identiteit. Identiteit ontstaat door het doorgeven van normen en waarden van ouder op kind. Identiteit wordt verkregen door gewoontes en tradities. Een Hollander die in Limburg woont zal nooit datzelfde carnavalsgevoel ervaren, zoals de Limburger dat voelt. Ook de talloze Chinezen die al generaties in Nederland wonen, voelen zich nog steeds Chinees. Meer Chinees dan Nederlander. Wat voor buitenlanders geldt, geldt ook voor Nederlanders. Nederlanders die in het buitenland gaan wonen, voelen zich na vijf jaar niet plotseling een buitenlander, een Amerikaan, een Duitser of een Afrikaan. Een Nederlander blijft nu eenmaal een kaaskop en een haringeter.

Deze hele kwestie rondom het dubbele paspoort of de dubbele nationaliteit had dan ook niets om het lijf en was alleen goed om even te kunnen scoren. Er zijn talloze bezwaren om mensen hun dubbele nationaliteit te ontnemen. Er zouden minder Nederlanders kunnen komen, omdat Nederlanders op pragmatische gronden zouden kiezen voor de nationaliteit van het land waar zij wonen en aangezien er steeds meer Nederlanders emigreren, wordt de bevolking steeds kleiner. Buitenlanders die in Nederland wonen, zullen hun nationaliteit niet gauw opgeven, ook al wonen ze hier meer dan twintig jaar. Ze voelen zich altijd verbonden met het land waar ze vandaan kwamen, met de religie, de taal en de cultuur.

Er was ooit een tijd waarin ouders hun kinderen naar het buitenland stuurden zodat de kinderen hun geest konden verrijken. Zij zouden op die manier in aanraking komen met andere gewoontes en tradities waardoor zij beter beslagen ten ijs zouden komen in het leven. Juist intellectuelen stuurden hun kinderen naar een buitenlandse universiteit. Zij leerden niet alleen andere gewoontes en tradities kennen, maar leerden ook nog een taal spreken. In deze tijd gebeurt dat nog steeds. Nederland ontvangt veel buitenlandse studenten. Op de Erasmusuniversiteit is de voertaal Engels. Studenten ervaren dit als een verrijking en omgekeerd geven wij, het land Nederland, deze studenten een “klein beetje Nederland” mee naar huis. Dat komt niet alleen ten goede aan deze studenten, maar ook aan onszelf. Het zijn juist de gemotiveerde en excellente studenten die hier komen studeren. Zij zullen wellicht later graag zaken doen met Nederland, het land dat hen (deels) heeft opgeleid. Dat is een belangrijk economisch voordeel. Veel van onze beroemde schilders, haalden hun inspiratie uit het buitenland. Hierdoor is Nederland groot geworden. Hierdoor mogen wij nu veel toeristen ontvangen die onze kunstschatten komen bekijken. 

Dordrecht, zomer 2013

Daarom mogen we blij zijn dat dit voorstel, dit ballonnetje kapot is geprikt. Er zullen nog wat snippers in een la liggen. Dat is alles wat over is. Het gaat niet om het boekje, niet om de leeuw, niet om de adelaar. Het gaat om de mens en zijn ideeën. De regering van een land zou juist blij moeten zijn met de honderdduizenden die in Nederland leven met twee of drie paspoorten en/of nationaliteiten. Juist mensen met een andere nationaliteit dan de Nederlandse kunnen een verrijking zijn voor onze cultuur en onze economie. Het is de buitenstaander die de scherpste blik heeft op een bepaalde situatie Het is ook de buitenstaander die onbevangen staat tegenover zekere verschijnselen en hierdoor een goed oordeel kan geven. Europa is ooit opgericht om landen dichter bij elkaar te brengen, om geen oorlog meer te hoeven voeren. Toch zijn er mensen die willen scoren, dan niet met wapens, maar met stompzinnige beleidsvoorstelletjes. Dit soort mensen is geen knip voor de neus waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Europa, een valse belofte

  Dordrecht, 04 februari 2024 In de jaren dertig van de twintigste eeuw hield Stefan Zweig drie lezingen. De eerste vond plaats in 1932 ...