dinsdag 18 juni 2013

“Kleine gemeente dichter bij burger”



In diverse media hebben we kunnen lezen dat minister Plasterk van Binnenlandse Zaken wil decentraliseren. Vanuit het rijk zouden meer taken moeten worden overgeheveld naar de gemeente. Tevens wil minister Plasterk dat het merendeel van de gemeentes gaat fuseren zodat in 2017 er alleen nog maar gemeentes bestaan van meer dan 100.000 inwoners. Vooral dit laatste idee is een onzalig plan en ik zal hieronder aantonen waarom.

Op zich is het geen onzinnig idee om bepaalde taken die nu door het rijk worden uitgevoerd, door gemeentes te laten uitvoeren. Genoemd zijn de jeugdzorg, langdurige zorg en de participatie op de arbeidsmarkt. Mensen die hulp behoeven kloppen toch het liefst aan bij mensen in hun naaste omgeving. Vroeger was dat de familie, nu is de rol van de familie veelal een andere. Niet elk familielid is in staat om voor andere leden van de familie te zorgen. Dat kan veroorzaakt worden door een te grote afstand, doordat men moet werken of door andere omstandigheden. Daarom is deze taak overgenomen door instanties. De gemeente staat dichter bij de burger dan het rijk. De gemeente zou daarom veel meer zicht moeten hebben op haar inwoners en hun behoeften. De gemeente heeft er ook belang bij dat zoveel mogelijk van haar inwoners een betaalde baan hebben, niet alleen omdat werkenden een grotere financiële bijdragen kunnen leveren aan de gemeentekas, maar vooral omdat het hebben van een baan mensen een voldaan gevoel geeft. Het geeft hun een gevoel van eigenwaarde. Hierdoor zullen er minder sociale problemen ontstaan. Dat geldt vooral voor jongeren. Wanneer jongeren geen werk hebben, maar dat wel willen, moeten zij hun energie op een andere manier kwijt. Uit onderzoek blijkt ook dat jongeren zonder werk eerder kans maken te vervallen in criminaliteit.

Het is daarom vreemd dat onze minister graag ziet dat gemeentes fuseren tot kolossen van meer dan 100.000 inwoners. Juist in dorpen kent de burgemeester meer mensen in hun gemeentes dan in grote steden. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor alle anderen die betrokken zijn bij het bestuur. Minister Plasterk noemt professionalisering als reden om gemeentes te laten fuseren. Alsof er meer professionaliteit aanwezig is in een gemeente van 100.000 inwoners dan in een dorp van 10.000 inwoners. Professionaliteit heeft niets te maken met grootte. De ABN AMRO was een vrij grote bank op het moment dat de bank moest worden overgenomen door het rijk. SNS Reaal is weliswaar wat minder groot dan de ABN AMRO, maar toch nog steeds van een respectabele grootte. Het ROC Zadkine in Rotterdam is één van de grootste ROC’s van Nederland en het Ruwaard Van Puttenziekenhuis is toch ook geen kleine instelling. Vier voorbeelden van organisaties, afkomstig uit drie sectoren die stuk voor stuk als bewijs kunnen dienen dat sprake is geweest van wanbestuur. Is “groot” altijd beter? Zorgt “groot” voor professionaliteit? Deze vragen kunnen we met recht retorisch noemen.

Gerard Schouw van D’66 heeft helemaal gelijk dat hij dit plan onzinnig noemt. Niet alleen het plan is onzinnig, ook het tijdpad waarin deze fusies tot stand zouden moeten komen is veel te krap. Dat laatste zinnetje kan natuurlijk komen te vervallen wanneer minister Plasterk zijn verstand gebruikt en terugkomt op zijn idee. Nu kan dat nog zonder al te veel gezichtsverlies. 

Gemeentes moeten juist klein blijven. Wat mij betreft zouden gemeentes met veel kernen weer terug moeten naar de bases. Defuseren is veel verstandiger. Zodra organisaties groot worden, blijkt het lastiger te zijn alles goed in de gaten te houden. Controle is nu eenmaal nodig. Dat blijkt nu ook weer uit de zogenaamde paardenvleesaffaire. Vermoedelijk is het plan van minister Plasterk voornamelijk ingegeven door financiële drijfveren. Het is niet moeilijk te voorspellen dat de plannen van minister Plasterk, de gedwongen fusering van kleine gemeentes tot grotere en de overdracht van zorgtaken de gemeentes een hoop geld gaan kosten. Het rijk heeft geen geld, dus zullen de gemeentebelastingen wederom omhoog gaan. Hoe is het toch mogelijk dat mensen niet leren van fouten? Waarom wordt de burger niets gevraagd? Kenden alle inwoners van kleine gemeentes de plannen van minister Plasterk op het moment dat zij de stembus betraden? Ik betwijfel dat.   

Ten slotte is het overhevelen van zorgtaken al een grote operatie. Deze plannen zullen de komende tijd veel tijd opslurpen en de professionaliteit die hiervoor nodig is kan altijd worden verkregen via buurgemeentes. Samenwerken met buurgemeentes is namelijk uitstekend. Buren moeten elkaar helpen en niet elkaar “overnemen”. Ik roep minister Plasterk op om het onrealistische plan om gemeentes te laten fuseren tot kernen met meer dan 100.000 inwoners, op te geven. Gemeentes kunnen de samenwerking intensiveren en hun tijd besteden aan de invoering van andere plannen. Creëer rust en doe alles op tijd. Laat gemeentes de taken uitvoeren die zij moeten uitvoeren.     

Dordrecht, 19 februari 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Europa, een valse belofte

  Dordrecht, 04 februari 2024 In de jaren dertig van de twintigste eeuw hield Stefan Zweig drie lezingen. De eerste vond plaats in 1932 ...